Het gaat zondag bijna de hele dag op en af, goed voor in totaal tweeduizend hoogtemeter. Vier klimmetjes zijn gecategoriseerd: twee met het label derde categorie, twee van vierde categorie. In de laatste tien kilometer liggen de stekelige Côte de Saint-Étienne-au-Mont (1 km aan 9,5%, met stroken tot 15%) en Côte d'Outreau (800 meter aan 8,8%), en nadien loopt ook de slotkilometer naar de finish in Boulogne omhoog.

Bij de kansrijke Belgen is het daarom in eerste instantie uitkijken naar Wout van Aert (Visma | Lease a Bike), die uitstekende herinneringen bewaart aan de Opaalkust waaraan Boulogne ligt. In 2022 won hij iets verderop de etappe in Calais na een uitval op een late helling. Na winst in de openingsetappe lijkt echter ook een Philipsen met euforische benen niet kansloos. Zijn ploeg beschikt zondag over liefst drie troefkaarten, want Kaden Groves en vooral Mathieu van der Poel horen bij de favorieten in dit soort rit.

Vraag is of een uitgedund peloton sprint voor de zege, of een aanvaller de macht neemt. In dat laatste geval is het naast Van der Poel en Van Aert uitkijken naar wereldkampioen Tadej Pogacar (UAE Emirates-XRG), Jonas Vingegaard (Visma | Lease a Bike) en Remco Evenepoel (Soudal Quick-Step), die in de heuvelachtige openingsetappe van het Critérium du Dauphiné nog de boel op stelten hebben gezet. Dat een van hen zondag een gelijkaardig scenario probeert op te zetten, lijkt een erg waarschijnlijke optie.