Ondanks de ontgoocheling van het WK in Rwanda was de Belgische belofteploeg het vertrouwen in Widar niet kwijtgeraakt. "Iedereen was vol motivatie gestart", zei Vanhuffel. "We hadden het volste vertrouwen in Jarno. We weten wat hij kan. Dus was het voor ons geen enkel probleem om voor hem de koers te maken."

Vanhuffel deed op de slothelling, de bijzonder steile Val d'Enfer, de lead-out voor Widar, net zoals hij dat op de laatste lange beklimming al had gedaan: "Ik was teruggekomen in de aanloop naar de Val d'Enfer. Van bij de voet ben ik dan 'all-out' gegaan op kop van de groep, voor Jarno."

En Widar maakte het werk af met een indrukwekkende aanval. "Toen ik van kop ging, sprong hij weg vanuit mijn wiel, en zag ik hem meteen een gat slaan", aldus Vanhuffel. "Het was indrukwekkend hoe hij ging. Ik wil niet weten hoeveel kracht hij daar heeft ontwikkeld. Ik ben blij dat ik net op kop had gereden, en dus geen poging moest doen om Jarno te volgen."

De negentienjarige Vanhuffel en de andere Belgen vierden na afloop mee met Widar. "Dat we zo mooi hebben kunnen rijden als ploeg en allemaal ons deel hebben kunnen bijdragen, dat is iets om fier op te zijn. Het was echt mooi om te zien dat we geen schrik hadden om de koers in handen te nemen."