WK zwemmen - België mag terugkijken op memorabele editie met twee medailles en drie finales

Roos Vanotterdijk was de slokop met twee medailles, zilver op de 100 meter vlinderslag en brons op de 50 m vlinderslag. Nooit eerder slaagde een Belgische zwemmer of zwemster erin twee medailles te behalen op hetzelfde WK. Frederik Deburghgraeve is de enige met meerdere medailles (goud in 1998 en brons in 1994).

Met twee medailles doen de Belgen het even goed als Rome 1994, met het brons van Deburghgraeve op de 100 meter schoolslag en dezelfde prestatie van Brigitte Becue op de 200 meter schoolslag. Becue eindigde ook nog als vijfde op de 100 meter schoolslag.

Vier jaar later, in Perth, was er het goud van Deburghgraeve op de 100 m school. Becue werd respectievelijk zevende en achtste op de 200 en 100 m school en werd gediskwalificeerd in de finale van de 4x100 wisselslag. Met vier finales gaat het nog altijd om het beste WK voor de Belgen op dat vlak. Ook Florine Gaspard zwom in Singapore naar een finale, op de 50 vrij werd ze zevende.

De Belgen waren ook goed voor zeven nationale records. Vanotterdijk zwom er op de 50 meter rug (van 27.81 naar 27.67), de 50 meter vlinder (van 25.63 naar 25.32) en vooral op de 100 meter vlinder. Daarin brak ze in elke race die ze zwom het record, dat zo evolueerde van 57.05 naar een straffe 55.84. Gaspard brak op de 100 schoolslag het record van Fanny Lecluyse (van 1:06.97 naar 1:06.89), terwijl Lucas Henveaux zijn eigen record op de 200 vrij met een honderdste scherper stelde tot 1:46.03.